Kantelpunten

Een collega van mij aan de Wageningen Universiteit houdt zich bezig met kantelpunten in ecosystemen. Dat wil zeggen dat een complex systeem zijn stabiliteit vindt in de vele onderlinge interacties die binnen het systeem plaats vinden. Ik vergelijk dit altijd met een vogelnestje. Dat is een verdomd stevig bouwwerkje dat door een vogel vanuit takjes in elkaar gestoken is. Als kind haalden we weleens zo’n nestje uit een boom, meestal in de herfst als de bladeren er af vielen want dan zag je het nest plotseling zitten. Het was een heel stevig ding waar je gerust mee kon voetballen. Als je er een stokje uit trok gebeurde er niets. Nog een heleboel stokjes verder gebeurde er nog steeds niets. Tot je op een bepaald moment het zoveelste stokje er uit trok, dan stortte het bouwwerk uit elkaar. Dat geldt ook voor ecosystemen, maar ook voor economische systemen of willekeurig ieder ander systeem dat complex genoeg is en vele interacties kent (prattitya samut pada). Onze (hart)geest is ook zo’n systeem.

Wij leren al jong om de gebeurtenis waar aan wij blootgesteld worden te omschrijven met een verhaal. Zodra we de werkelijkheid die wij ervaren kunnen omkleden met een verhaal wordt het begrijpelijk en creëren we de illusie dat we er enige macht over hebben of dat we ellende kunnen vermijden. Het geeft ons het gevoel een plaats te hebben binnen deze werkelijkheid en niet verloren te zijn in een onbeschrijfelijke chaos, die de werkelijkheid natuurlijk wel is. Dit mechanisme helpt ons de leegte van een vijandige werkelijkheid op afstand te houden en de illusie te scheppen van een zekere veiligheid zolang ik het allemaal kan verklaren of in ieder geval in een verhaal te vatten. Tegen de tijd dat wij volwassen zijn zit dit mechanisme zo diep in ons verankerd dat het net als het vogelnestje heel erg stevig is. Wij zijn niet meer in staat het los te laten, want zodra we in die richting denken loert het gevaar om de hoek van gek worden of van volledig in het niets op te lossen.

De kern van het ontwaken zoals dat in het Boeddhisme beschreven wordt is een volledig open staan voor de werkelijkheid zonder er iets aan toe te voegen. Zonder verhalen dus. Dat lukt dus niet vanuit de wil of vanuit oefening. Want ons hele construct van het zelf is verbonden met de verhalen die wij in ons leven gemaakt hebben. Maar de beoefening kan ons langzaam leiden langs een weg waarbij de verhalen een voor een oplossen. Zo kun je op het punt terecht komen waar het kantelpunt bereikt wordt en plotseling alle verhalen dood neervallen. Wat er dan ontstaat is niet te beschrijven en uniek voor ieder individu. De tegenstelling tussen de Noordelijke en de Zuidelijke school valt dan geheel weg. Zij hebben beiden gelijk.