Mutual Enquiry

Bij de Maha Karuna Ch’an bijeenkomsten doen wij aan mutual enquiry. Zo ook op de zenzondagen in Wageningen en ook bij Zen aan de Amstel. Mutual enquiry is een lastig iets voor de meeste mensen, maar mijn ervaring is dat het zeer waardevol is voor mijn beoefening.

Het is ontstaan in Japan na de Tweede Wereld Oorlog. Zen was enorm geïnstitutionaliseerd en rigoureus geformaliseerd. Het werd ook tijdens de oorlog gebruikt om de soldaten tot een nietsontziende strijd aan te zetten. De kamikaze piloten werden door zenmeesters voorbereid op hun taak. Na de oorlog was Shin’ichi Hisamatsu een grote vernieuwer van de zen. Hij viel vooral het hiërarchische karakter van de zen aan. Volgens hem was iedereen een leermeester voor iedereen en het afzonderlijk in een kamertje met de meester spreken (dokusan of daisan) stuitte hem erg tegen de borst.

Zijn gelofte aan de mensheid, zo mooi vertaald door Ton Lathouwers, geeft duidelijk weer dat hij de zen in een meer sociale context wilde zien. Hij schafte de ‘Zenmeester’ af en stelde mutual enquiry in tijdens de sesshin. Het was de bedoeling om tijdens bepaalde meditatierperiodes dat iedereen gerechtigd was om op te staan naar iemand anders toe te lopen en dan samen buiten de zendo een kort gesprek te hebben. Een soort dokusan met z’n tweeën. Toen we dit in de 80’er jaren in Nederland probeerde liep het volkomen uit de hand. De mensen sprongen op om de eerste te zijn die een ‘meester’ te strikken voor een onderhoud. We hebben het daarna niet meer gedaan.

Nu voer ik het weer in met een aantal regels om het een begeleidende structuur te geven. Als de tijd ervoor is dan kan iedereen opstaan en naar willekeurig iemand anders toelopen en een buiging maken. Als de ander het verzoek accepteert dan maakt hij of zij een buiging terug en staat op om samen met de ander de zendo stilletjes te verlaten. Als de ander niet wil acepteren dan moet men zich niet afgewezen voelen want het niet accepteren heeft alleen met die persoon zelf te maken en niets met de vragende partij. Dus dan ga je gewoon naar een ander.

Zodra je met z’n tweeën in een afzonderlijke ruimte komt waar je tegenover elkaar kunt zitten dan maak je een buiging naar elkaar en blijft eerst een minuut in stilte zitten. De vragende partij heeft natuurlijk van alles dat door het hoofd raast, maar je probeert toch stil te worden en je bent nieuwsgierig naar wat er op komt. Dat kan soms heel iets anders zijn dan waarmee je opgestaan bent. Zodra er iets van binnen op welt, dat zou zelfs kunnen zijn “Ik weet niet wat ik zeggen moet.” dan laat je dat naar buiten komen. De ander luistert alsof je naar de Boeddha luistert. Je probeert geen oordeel te vellen over wat je hoort en probeert stil te vallen en te kijken naar wat er van binnen opwelt. Na ongeveer een minuut stilte spreek je uit wat er maar op komt, ook al denk je “Dit slaat nergens op.” Daarna zijn jullie samen nog een minuut stil. Jullie buigen naar elkaar en gaan terug naar je kussen.

Mutual enquiry vraagt van je de ander te zien als de Boeddha. Het vraagt van je om je oordelen los te laten. Het vraagt van je te vertrouwen op het niet weten. Het is een diepe interrelationele oefening. Ik vind het prachtig.