Nanquan’s kat
Casus 63 van de Pi Yen Lü
Nanquan doodt een kat
Op een dag waren de monniken van de westelijke hal aan het ruziën met de monniken van de oostelijke hal over van wie de kat was. Toen Nanquan dit zag greep hij de kat in zijn nekvel, hield hem omhoog en zei, “Als je iets kunt zeggen, zal ik de kat niet doden.” Geen van de monniken zei iets. Nanquan sneed de kat in tweeën.
commentaar: Een luguber verhaal, maar het wordt nog veel erger. In werkelijkheid zal niets dat leeft gedood worden in een boeddhistisch klooster. Dus Nanquan pleegt een onvergeeflijke misdaad. Maar wie pleegt hier de echte misdaad? Ben ik dat niet zelf? Die dagelijks onderscheid maak tussen mijn en dein, goed en slecht, mooi en lelijk? Net zoals de monniken, die vonden dat de kat van hun groep was en niet van de anderen?
Het is niet het mes van Nanquan dat de kat doorsnijdt, maar ons oordelen dat onze geest doorsnijdt. Nanquan maakt dit alleen maar pijnlijk duidelijk. Ik kan dit nu direct stoppen. KATZ!
Hangend als een kat
Red duizend mensenlevens
Mes flitst door mij heen