Psychologie en Boeddhisme wherever the twain shall meet
Er komt nogal wat voorbij op facebook. Aan de ene kant wordt de loftrompet gestoken over wat meditatie / mindfulness / contemplatie allemaal voor goeds teweeg brengt bij mensen. Aan de andere kant verhalen over mensen die behoorlijk wat therapie nodig hebben na een jarenlange retraite volgens Boeddhistische traditie. Laten we hier de zaken wel een beetje scheiden. Dat positieve gepraat gaat voornamelijk over mindfulness (na een achtweekse cursus) en onderzoeken van het Mind Life Institute. De therapeut komt er soms aan te pas als mensen zich onderwerpen aan een extreem zware en langdurige training die ook nog eens in een heel andere traditie is gegrond. Maar dan moeten wij wel beseffen dat wij met onze westerse bril kijken naar dit soort beoefening. Het eerste wat mensen mij vragen als ik ze vertel dat ik meditatie beoefen: “Wat levert het je op?” Ik geloof dat de enige die ik ooit daarover de waarheid heb horen zeggen is Ron Sinnige: “Het levert je niets op!” Waarom moet het iets opleveren? Omdat wij hier in het westen ons leven gepsychologiseerd hebben. Daar bedoel ik mee dat we naar alles door de bril van ons westers psychologisch model kijken. Psychologie heeft bij ons maar één doel en dat is de cliënt zij optimaal mogelijk te laten functioneren binnen zijn eigen kunnen. Het Boeddhisme heeft een geheel ander doel. En de psychologie binnen het Boeddhisme (Abidharma, Madyamika en Yogacara) heeft een compleet ander doel. Namelijk het ontdekken van de waarheid over de werkelijkheid waarin wij ons bevinden. Zodra je die ontdekt wil dat helemaal niet zeggen dat je optimaal functioneert. Maar het schijnt dat je je dan bevrijdt voelt van de binding van alle gewoonte patronen. Het is dus duidelijk, westerse psychologie gaat over je beter gedragen in de samenleving. Oosterse psychologie gaat over het ontdekken wie je uiteindelijk bent. Die twee moet je niet verwarren, want ze hebben eigenlijk niets met elkaar te maken.