Innerlijk evenwicht

Als onze geest zich begint te openen, zitten we niet meer in een constante stroom van (ver)oordelen. Op een natuurlijke wijze zullen onze zintuigen zich openen – en kunnen we werkelijk zien wat voor ons ligt. Onze ogen openen zich op een nieuwe wijze, ons luisteren opent zich als nieuw, onze emoties openen zich, ons hart opent zich naar het hele bestaan. We zien hoe het (ver)oordelen in feite ons hart afsluit en ons doet verharden naar onze ervaring van ons leven en dat van de anderen. Een open geest staat je toe om de aard van je bestaan te omarmen. Dit betekent niet dat je iedere ervaring prettig moet vinden. Er zijn pijnlijke ervaringen; er zijn onaangename ervaringen. Op dit punt aangekomen begin je een soort innerlijke stilte, een innerlijk evenwicht te ervaren. Een weidse onveranderlijke uitgebreidheid dat het hart is van de gehele werkelijkheid.

De magische kwaliteit van het leven

Deze stilte, dit innerlijke evenwicht ontmoeten, komt niet voort uit een inspanning om letterlijk stil te zijn. In plaats daarvan komt het op een natuurlijke wijze, vanzelf, als we ons op een willekeurig moment open stellen voor het leven. Het is een stilte die insluit, een soort stilte dat alles omarmt. In plaats van het leven te zien als een plek waar constant onderhandeld wordt, begin je iets van magie te ontwaren dat inherent is aan het bestaan; er is een geheimzinnige genade dat alles doordringend is. Het is echter geen magie omdat het zich op een bepaalde manier ontvouwt. Met “magie” bedoel ik een gevoel van verwondering en diepe bevrediging – omdat het leven zelf een groot mysterie blijkt te zijn. Het ontvouwt zich niet op de manier waarop wij denken dat het zou moeten, of zelfs maar op de manier zoals wij dat graag willen. Als we de manier waarop we denken dat het zou moeten zijn los kunnen laten, dan ontvouwt het leven haar magische kwaliteiten voor jou.

Eigenlijk vallen we dan in de genade. Daarmee bedoel ik dat een bepaalde geheimzinnige kwaliteit zich openbaart en ons wiegt in een intimiteit met het gehele bestaan. Dit is iets waar velen naar zoeken zonder het zelf te weten. Bijna iedereen zoekt intimiteit – een nabijheid, een gevoel van eenheid met hun eigen bestaan of met God, of wat hun concept van een hogere werkelijkheid ook is. Al dit smachten komt eigenlijk van ons verlangen naar nabijheid, intimiteit en werkelijke vereniging.

Als wij ons op deze manier openstellen voor het leven, beginnen we een innerlijk evenwicht te ervaren, enkel en alleen omdat we niet meer strijden tegen onze ervaringen. Op ieder moment dat we botsen met onze ervaring – een strijd met het leven – kunnen we kijken of het echt tot vrede leidt, of het werkelijk zin heeft, of dat het eigenlijk alleen maar leidt tot onenigheid en conflict. Dan beginnen we deze stilte te bemerken en we vinden een bodem in deze stilte, wat ons een grondige stabiliteit brengt. Er is een gevoel van thuis komen, een gevoel van “ahhhh, ik ben eindelijk op één lijn met wat er gebeurt.” Dit is de magie. Van hieruit ontwikkelt zich een gevoel van innerlijke rust, innerlijk evenwicht en gelijkmoedigheid. En het is in deze stilte waar het ware evenwicht gevonden wordt.

Een constante staat van meditatie

Als we beginnen te ontdekken dat de strijd die wij met het leven aangaan een vorm van waanzin is, en hoe het ego-bewustzijn ons in het lijden dompelt, kunnen er scheuren ontstaan in de oude manier van kijken naar de wereld. Ons ijkpunt voor geluk komt niet meer van buiten. Het komt zelfs niet van een bepaalde innerlijke ervaring; een gevoel van natuurlijk gemak en geluk ontstaat enkel en alleen omdat wij ons volledig geopend hebben naar de dingen zoals ze zijn.

Je openen naar de dingen zoals ze zijn is wat het werkelijk betekent om roerloos of stil te zijn, om in een staat van meditatie te vertoeven. Als je je niet meer verzet tegen de werkelijkheid, kun je stellen dat je voortdurend in meditatie vertoeft. We hebben het niet over een moment van contemplatie of vrede, maar eerder over een verandering in onze houding tot het leven zodat onze ervaring niet gebaseerd is op conflicten, oordelen en constante reflectie. Op deze manier wordt meditatie iets dat ons gehele leven doordringt.

Dit innerlijke evenwicht is zo belangrijk omdat het zonder dit evenwicht niet mogelijk is om helderheid te krijgen. Het wordt heel moeilijk om helder de aard van onze ervaringen, de aard van het leven, te zien en er iets zinnigs van te maken tenzij we er naar kijken vanuit een perspectief van evenwicht, stabiliteit, vanuit een staat van stilte. Als we die stilte niet in ons hebben wordt het leven verwarrend, dreigend en compleet zinloos. Deze verwarring heeft niets te maken met leven; het heeft echter te maken met onze strijd met het leven. Strijd is niet inherent aan het bestaan. Het bestaan is gewoon zoals het is. Strijd ontstaat vanuit onze relatie met het leven. Innerlijke strijd komt alleen voort uit onze relatie met onszelf.

Het is dus niet zozeer dat we onszelf moeten veranderen, maar eerder moet onze relatie met onze eigen ervaring gaan verschuiven, zodat onze perceptie van tegenstelling op een natuurlijke wijze gewoon wegvalt. Het is het enige dat ons toegankelijk maakt voor vrede, voor de werkelijkheid en voor helder zicht. Uiteindelijk is dat alles wat spiritualiteit behelst: een simpel zicht op het zelf, op het leven zoals het werkelijk is. Het enige dat nodig is om dit te laten gebeuren is om in te zien dat alle verschillende manieren waarin wij strijd voeren met het bestaan, hoewel dat soms ook erg redelijk en voor de hand liggend lijkt, alleen maar leidt tot lijden en conflict.

Maar wat zou er gebeuren als we volledig in staat zijn om te zijn met wat is? Velen onder ons vragen zich af, wat zou er gebeuren in de wereld als iedereen gewoon alles liet gaan en op hield met te strijden tegen de eigen ervaring? Als we de wereld overzien dan zullen velen uitroepen: “Mijn hemel, de wereld die we gecreëerd hebben is één chaos, mensen verhongeren; er zijn oorlogen en conflict haarden; er zijn mensen in een wanhopige toestand aan het lijden op de gehele planeet, dat kunnen we niet accepteren als iets dat gewoon is. Wij kunnen ons niet gewoon open stellen en het omarmen, want als we dat doen zal er zich nooit iets verbeteren.” Deze bezorgdheid ziet er volkomen gerechtvaardigd uit. Maar wat gebeurd er als we ons oprecht afvragen, “Helpt het echt om te blijven strijden tegen wat is? Helpt het werkelijk de situatie vooruit om te blijven vechten tegen de manier waarop de dingen zijn?” Helpt het om voortdurend tegen onszelf te zeggen, “Dit moet veranderen! Ik moet dit veranderen!” Het lijkt redelijk dat we de dingen die we als niet goed ervaren willen veranderen, maar als ons hart en geest open staat, is er een intuïtief weten dat geen ware heling of oprechte verandering kan worden voortgebracht vanuit dit perspectief. Dat deze weerstand nooit de werkelijke transformatie kan brengen waar we naar verlangen.

Ik heb het niet over het afsluiten van ons hart of het lijden te ontkennen dat plaats vindt in het leven. Meditatie is geen afsluiten van het leven of onze omgeving zoals velen het toch nog zien. Maar waar het om gaat is onze strijd tegen het leven op te geven. Dat is iets geheel anders. En vanuit deze voortdurende staat van meditatie, waar we ophouden met ons te verzetten, houdt het lijden als vanzelf op en vinden we nieuwe en creatieve manieren om de uitdagingen van het leven aan te gaan.

Terwijl we ons gehele leven benaderen als een vorm van meditatie, wil ik even kort iets zeggen over meditatie als een oefening, omdat het samenhangt met het ontwikkelen van het innerlijk evenwicht waar ik het steeds over heb. Het meest belangrijke aspect van meditatie, wat meditatie werkelijk is of kan zijn, is het opgeven van de beheersing (Engels: control). Het kan heel behulpzaam zijn om iedere dag 20 of 30 minuten stil te zijn. Dit kun je doen door in de formele meditatiehouding te gaan zitten, door stil alleen in een kamer te gaan zitten, of door een wandeling door het bos te gaan maken waar je niet praat noch je geest met iets verbindt. Deze periodes die je apart gezet hebt voor contemplatie kunnen erg krachtig zijn en voor de meeste mensen zijn ze erg belangrijk. Zij stellen ons in staat om ons gericht te centreren op onze ervaring, en zij geven ons af en toe een inkijk in wat er gebeurt als we onze beheersing en oordelen loslaten over wat er ontstaat in onze geest.

Meditatie op deze manier is werkelijk een toestand van ontdekking. Rustig zitten in stilte en slechts in een toestand van openheid vertoeven, geeft je de heldere mogelijkheid om te zien wat er inwendig gebeurt als je stopt met je ervaring te beoordelen, als je stopt je geest te veroordelen omdat het zo druk is, of je stopt met jezelf te beoordelen omdat je een bepaald gevoel hebt. Je probeert niet van het gevoel af te komen. Je probeert niet van je geest af te komen. Je laat alleen maar je oordelen varen. Je stopt met te proberen het moment te beheersen. Voor een tijdje geef je je over aan wat is.

In zulke momenten van stilte, of dat nu een formele meditatie oefening of anderszins is, kunnen we beginnen ons conflict met wat is los te laten. Dit is wat meditatie in feite is: ons conflict met het leven loslaten, de strijd met wat en wie wij zijn laten vallen. Door op deze wijze te rusten, gaan we een toestand van weerstandsloosheid binnen, waar we een keer kunnen proeven van hoe het is om een moment te leven zonder oordeel of strijd. Met dit als fundament wordt het makkelijker om toegang te krijgen tot die momenten van stilte en de illusie los te laten van beheersing van ons leven.

In het bijzonder gedurende uitdagende tijden zijn we geconditioneerd om in conflict te komen met hoe wij ons leven ervaren, waar we vanuit gewoonte reflecteren, oordelen en proberen bepaalde situaties te beheersen. Als we echter hebben mogen proeven wat het is om los te laten, waarin we de nutteloosheid ervaren van het proberen de dingen te beheersen, dan kunnen we een veel weidser perspectief van onze ervaringen op een natuurlijke wijze ontwikkelen, zelfs de moeilijkste ervaringen. Op deze manier wordt het leven zelf een meditatie en een geheel nieuwe relatie met het bestaan begint zich te ontvouwen.

Stilte als de afwezigheid van strijd

Vanuit het perspectief van het ego is het beangstigend om los te laten en in de hiervoor genoemde meditatieve staat te vallen. We stellen ons voor dat we ons overgeven aan chaos – we zouden de hele dag rond hangen en niets doen, en we zullen ons niet meer engageren als actieve deelnemers aan het leven. En we vrezen dat uit deze stilte een geheel ander conflict zal ontstaan. Dit is de aanname die het ego zichzelf voorhoudt.

Als we deze aanname opzij zetten en we gaan werkelijk onderzoeken wat er nu echt gebeurt als we ons verzet tegen het leven opgeven, zouden we verbaasd zijn over wat zich openbaart. Wat gebeurt er als we niet meer ons hart afsluiten voor wat er gebeurt en in plaats daarvan het hart zich opent, zelfs voor het lijden om ons heen? Wat gebeurt er werkelijk als wij niet langer tegen onszelf zeggen, “Dit moet veranderen?” De waarheid, op ieder willekeurig moment, is dat de dingen zijn zoals ze zijn. Als het geloof dat dingen waarlijk anders zouden moeten zijn werkelijke transformatie en duurzame verandering in ons leven zou brengen, dan zou alle transformatie reeds voltrokken zijn. Dan zouden we de juiste benadering al lang hebben. Maar als we kijken wat er gebeurt dan komen we tot de conclusie dat weerstand tegen wat er is eigenlijk geen duurzame verandering teweeg brengt. Weerstand te hebben tegen wat er gebeurt, zelfs tegen het lijden, is het in stand houden.
Weerstand is in feite een eigen vorm van lijden. Het is de ontkenning van de stilte van binnen. Als we werkelijk kijken wat er gebeurt wanneer we stoppen met oordelen, lijden, conflicten, haat en hebzucht; als we stoppen met het oordeel dat het er moet zijn of niet moet zijn, wat gebeurt er dan in ons? Sluiten we ons af en keren we ons van het leven? Is dat wat er gebeurt als we het leven zoals het is omarmen? Ik zou willen beweren dat er iets heel anders gebeurt, iets wat het ego totaal niet verwacht. Wat er werkelijk gebeurt als we stoppen met oordelen, met te vechten tegen de stroom van ons leven, is dat we in overeenstemming komen met waar we zijn op een natuurlijk wijze en in een heldere relatie met wat zich ook presenteert.

Vanuit deze overeenstemming is het perspectief waar we op stuiten niet het perspectief dat we verwacht hadden. Het is niet die angstige situatie die het ego verwacht. Het ego denkt dat we onverschillig ten aanzien van de werkelijkheid worden en achteloos in het aangezicht van de afwezigheid van verzet. Maar er gebeurt iets heel anders. In plaats van achteloosheid, komen we in een diepere en meer intieme relatie met wat er gebeurt. We raken op een diep niveau verbonden. We vinden onszelf in staat om in het moment van iemands pijn of te midden van ons eigen lijden om de intieme connectie te maken, heel zuiver en zonder weerstand. Dit opent een deur in ons dat een geheel ander antwoord mogelijk maakt – een antwoord dat niet voort komt uit weerstand. In plaats daarvan leidt deze intimiteit en stilte ons naar een zeer precieze en effectieve actie, een soort betrokkenheid, dat ontspruit uit een diepe innerlijke connectie met het leven en met de anderen. Deze respons is niet gebaseerd op strijd, maar op heelheid en eenheid. Als we niet reageren vanuit conflict, gescheidenheid en weerstand, wat er dan verschijnt, is pure meedogende actie, wijze actie die voort komt uit intimiteit, stilte en echte verbinding.

In de stilte komen de verschillende aspecten van jou spiritualiteit bij elkaar, omdat vanuit de stilte, vanuit de strijdloosheid onze eigen diepten zich kunnen ontvouwen. Deze ruimte is een natuurlijke stilte – natuurlijk op de wijze dat we niet proberen stil te zijn. We beseffen ons gewoon dat het enige wat ons uit die stilte kan halen is te strijden met wat is, als we oordelen of veroordelen wat er is of wat er was of wat er zou kunnen zijn. Dat is de enige manier waarop we chaos kunnen scheppen. Innerlijke stilte is niets anders dan de afwezigheid van strijd.

De grootste generator van strijd, zowel van binnen als van buiten, is onze verslaving aan het interpreteren en evalueren van werkelijk ieder moment van onze ervaring. Als we voortdurend oordelen en reflecteren, scheiden we ons van wat er gebeurt. We ervaren een zekere distantie ten opzichte van onze eigen ervaring, omdat we nu de commentator worden van het moment en we zijn niet meer een eenheid met de stroom van het bestaan en van het leven. We ondervinden onszelf als een sportverslaggever over ons eigen leven – commentaar geven zonder aan het spel deel te nemen. Als we oordelen bewegen we ons in de coulissen van ons eigen bestaan.

Dit fenomeen van onze behoefte aan constant commentaar om te ontsnappen aan de directe ervaring wordt zichtbaar in de vele praatshows waarin nauwelijks “nieuws” aan bod komt, maar meer een forum is voor voortdurende interpretatie, evaluatie en oordeel. Het idee schijnt te zijn dat als we twee meningen tegenover elkaar zetten, zodat ze hun gezichtspunt kunnen beargumenteren en met elkaar debatteren, dat we dan op de een of andere manier bij een weidser en meer complete waarheid komen. Meestal gebeurt dat echter niet. In plaats daarvan draait alles zich meestal in een grotere tegenstelling, minder duidelijkheid, en het stollen van geloofsstellingen. De “waarheid” waarnaar men op zoek was wordt echter nog een verzameling geconditioneerde gedachten, geloofsstellingen en meningen.

Deze dynamiek ontvouwt zich zelfs in de meest oppervlakkige conversaties. Kijk nauwkeurig naar je eigen dialogen met anderen, naar de dialogen om je heen en je zult de vele manieren gewaar worden waarin we de mensen en gebeurtenissen in ons leven evalueren en interpreteren. Op deze manier zijn we net als de side kicks in de praatshows op TV, we bewegen ons steeds verder af van de stilte en steeds dichter bij het conflict, met de voorspelbare uitkomst van meer spanning en minder realiteit.

Een andere dimensie van zijn

Als we beginnen het leven te ontmoeten zoals het is in plaats van zoals we denken dat het zou moeten zijn, als we onze behoefte loslaten om onze ervaringen te beheersen en voortdurend te interpreteren, dan gaan we ons openen naar het leven op een volkomen nieuwe manier. We raken diep gegrond in stilte. De aard van deze stilte is de afwezigheid van strijd met het bestaan, en hoe meer wij ons openstellen voor deze toestand van afwezigheid van verzet, voor deze toestand van innerlijke stilte, dan beginnen we te vallen in de genade van een andere dimensie van zijn – een dimensie die geworteld is in een diepe intimiteit met ons eigen leven en het bestaan zelf.

Zoals ik eerder opmerkte, een deel van het komen in deze nieuwe dimensie van zijn gaat vaak gepaard met het zichtbaar worden van scheuren in het raamwerk van onze gewoonlijke manier om het leven te bekijken. We worden ons bewust van een helder licht dat door deze scheuren kan schijnen in onze gewaarwording. Magie en mysterie ontvouwen zichzelf zodra onze geconditioneerde visie op de werkelijkheid uiteen valt en iets geheel fris en nieuw zich aandient. Het lijkt alsof deze nieuwe manier van kijken er altijd al geweest is, maar we waren nooit werkelijk in staat het bewust te krijgen. Deze nieuw ontdekte perceptie is genade, waar we iets ontvangen en ervaren dat komt voorbij de manier waarop we normaal het leven waarnemen.

Door deze genade worden we meer en meer getrokken in deze nieuwe dimensie, deze nieuwe manier van waarnemen. Vanuit het oogpunt van het ego voelen we ons schuchter en zelfs bang gedurende deze transformatieve en verlichtende ervaringen, omdat de conceptuele wereld waarin we ons hebben opgesloten uit elkaar begint te vallen. Hoewel beperkend en behoorlijk frustrerend zijn deze geconditioneerde manieren van kijken naar de wereld toch erg vertrouwd; zij zijn ons ‘thuis’ geweest. Intuïtief begrijpen we dat we het proces begonnen zijn om voorbij te gaan aan de manier waarop we het leven altijd bekeken hebben. Het voelt als het ontwaken uit een droom. Plotseling beseffen we ons dat we ons leven door een soort voile bekeken hebben die het grootste deel van de werkelijkheid aan onze ogen onttrok.

Deze andere dimensie van het bestaan is buitengewoon rijk en vol van betekenis – geen betekenis die we kunnen beschrijven of begrijpen met onze geest, maar met een gevoel van grote weidsheid en waarde, iets met een betekenis dat op niets gegrondvest is. Dit proeven aan die nieuwe dimensie zijn momenten van genade – en die momenten trekken ons dieper en dieper in de werkelijkheid zelf, in een perceptie waarin we in de kern van ons hart weten dat alles in essentie één is, dat er werkelijk datgene is dat ons allemaal verbindt tot één geheel.

Vanuit onze conceptuele kijk op de wereld is eenheid eenvoudigweg een idee, maar zodra we worden getrokken in deze nieuwe manier van zijn, is eenheid niet langer een concept voortkomend uit gedachten. Echter, het is een levende ervaring van een enorme intimiteit met alle aspecten van ons leven. Zelfs de meest ordinaire en dagelijkse objecten in ons leven – gebeurtenissen, mensen en omstandigheden – worden doorschijnend ten aanzien van deze innerlijke verbondenheid. Wat er eigenlijk gebeurt, is dat we beginnen het gezicht van het goddelijke te zien in ieder moment van ons leven.

Wat is nu deze nieuwe dimensie van zijn? Kunnen we door zo een scheur gluren en dit moment werkelijk ervaren zoals het is? Kunnen we deze genade hier en nu ervaren? Sta jezelf toe om het leven te ervaren buiten het oude omhulsel van gescheiden zijn. Kijk naar het meest normale ding; maakt niet uit wat. Hoe ziet het er uit? Hoe voelt het? Wat komt er binnen als je er geen naam aan geeft, als je niet zegt dat het mooi of lelijk is of goed of slecht? Wat is de werkelijke ervaring van iets voorbij de voile van gescheidenheid? Als je heel, heel erg stil bent en je zet al je zintuigen tegelijk open, dan kan je er wellicht in getrokken worden. Je zou geraakt kunnen worden door een moment van genade en vallen in de gewaarwording hoe het voelt als het leven niet gescheiden is van jou, als het leven niets anders is dan jij, als het leven feitelijk een expressie is van iets ondefinieerbaar, mysterieus en onpeilbaar.